Het is voor velen een pertinente vraag, maar de vraag is niet echt relevant. Tenminste niet op deze manier gesteld. Cash bepaalt heel simpel of je als onderneming overleeft. Het is de zuurstof van een bedrijf. Een bedrijf kan cash hebben en verlies maken, of winst maken en geen cash hebben. Winst en verlies zijn andere begrippen dan cashoverschotten of cashtekorten. In het maken van een analyse zijn ze beide even belangrijk al kan je wel meer aandacht geven aan winst of meer aan cashflow afhankelijk van de optiek die je neemt in je analyse. Wat is er dan mis met de vraag? Cashflow is geen eenduidig begrip. Integendeel. De manier waarop cashflow juist dient te worden berekend is evenmin eenduidig. Sterker nog, volgens de boekhoudkundige regels is het zelfs niet helemaal correct. Met de boekhouding schiet je dus niet echt op. Wat is wel cruciaal? De hoeveelheid cash die door de onderneming stroomt (the flow of cash) is inderdaad wel geld maar dat geld is niet allemaal hetzelfde. Anders gezegd, je kan en mag de gelden die binnen een bedrijf stromen niet allemaal op dezelfde manier bekijken. Als niet elke euro die door een bedrijf stoomt hetzelfde is kan er niet zoiets bestaan als “een cashflow”. Niet alle cash is eigendom van het bedrijf zelf, maar kan ook van anderen zijn. Die anderen kunnen variëren van de bank, een leverancier, het personeel, de fiscus tot een suikertante die een lening heeft toegestaan. Aan cash kunnen verplichtingen hangen. In gewone mensentaal: de cash is niet per se van het bedrijf zelf en mag maar tijdelijk worden gebruikt. De periode dat die cash mag worden gebruikt is uiteraard van belang. De cash kan verder afkomstig van een eenmalige transactie, en niet van een frequente of terugkerende. Er zijn nog tal van factoren te bedenken die als extra dimensie kunnen gebruikt worden om cash te catalogeren. Welke opdeling van cash? In het maken van de opdeling is de afweging natuurlijk welke informatie de opdeling dient te geven. Hamvragen kunnen hier zijn:
Vanuit de boekhouding zijn er wel aanknopingspunten te vinden, maar de kunst is hier vooral om de verbanden te gaan leggen. Nogal wat puzzelwerk. Het goede nieuws is dat er met een goede mix van gegevens die makkelijk te berekenen zijn wel zinnige dingen kunnen worden in kaart gebracht. De voorlopige moraal van het verhaal is: winst en cashflow zijn beide vitale begrippen, maar cashflow dient de worden opgedeeld en mag niet op de (klassieke) boekhoudkundige manier worden berekend. Volgende week wordt dit haarfijn uitgelegd!
0 Reacties
Every time you see the word EBITDA, you should substitute the word ‘bullshit’ earnings”.
( Charlie Munger, ex-partner van Warren Buffet.) Wat is EBITDA in feite? EBITDA staat voor “Earnings Before Interest Taxes, Depreciation and Amortization” met hierbij:
Anders gezegd, EBITDA is een term die wordt berekend door enkel te kijken naar de operationele resultaten zonder rekening te houden met de non-cash items. EBITDA is dus geen cashflow, enkel een ruwe indicatie. Waarvoor dient EBITDA? Met EBITDA heb je een snel en ruw beeld van de operationele performantie van een bedrijf. Maar zonder te kijken naar andere elementen kan het enorm misleidend zijn. Met EBITDA betaal je de facto geen schulden terug, heb je geen zicht op de (extra) middelen die nodig zijn om de omzet op peil te houden of te verhogen, en evenmin zegt het iets over mogelijke problemen die zich aandienen. Het laat wel toe om bedrijven met mekaar te vergelijken, net door abstractie te maken van fiscale regimes en de financieringsstructuur. EBITDA is voor externe financiers een houvast, en het wordt ook wel gebruikt om een ruwe indicatie te hebben van een waardering. Dat lijkt een tegenstelling met wat hierboven staat en in se is het dat ook wel. Waar zit de grootste valkuil? De non-cash items zijn enkel non-cash in de rapporteringsperiode, maar wel cash in een andere periode. Bij grote investeringen kan dat voor grote ruis zorgen op EBITDA. De betaling gebeurt bij aanschaf. Deze betaling is een cash-out. Via de techniek van de afschrijvingen wordt er stelselmatig een deel ten laste genomen van het resultaat. Net dat stuk wordt geneutraliseerd in EBITDA. Anders gezegd, de afschrijvingen hebben geen effect op EBITDA. Indirect moeten afschrijvingen natuurlijk wel een effect hebben op EBITDA! Investeringen die geen extra effect hebben op de operationele resultaten worden door EBITDA niet in kaart gebracht. Toch niet onmiddellijk en een link is moeilijk te vinden. Een bijkomend probleem is dat de (boekhoudkundige) afschrijvingen niet altijd een goede weerspiegeling zijn van de bedrijfseconomische werkelijkheid. Voor accountants bestaat er bovendien ook amper een verschil tussen afschrijvingen en waardevermindering en in een EBITDA zie je dat verschil al helemaal niet. Bij waardeverminderingen zijn er immers geen mogelijkheden meer om extra cash te gaan genereren, en dus verdienen ze geen gelijke behandeling dan afschrijvingen. Dus? Het is een open deur intrappen maar in de business gaat het enkel om (toekomstige) cash en EBITDA is daarvoor niet het juiste meetinstrument. Dit wil niet zeggen dat EBITDA waardeloos is, het wil enkel zeggen dat je een goed besef moet hebben van wat je meet en waarvoor… Draait de Horeca Door?
De Middag Draait Door is een programma op Studio Brussel, waar non-stop heel uiteenlopende nummers worden gedraaid en waarbij er enkel ergens een link moet zijn tussen de nummers maar niet noodzakelijk op muzikaal vlak. Het financieel rapport van de horeca dat door de sectorfederatie werd opgemaakt gaf me ook dat gevoel: er is een link tussen de cijfers, maar het ontbreekt wat aan muzikale (of is het financiële?) harmonie. “ De rendabiliteit in de horeca verbetert indien we geen rekening houden met de kosten van afschrijvingen en financiële interesten. In tegenstelling tot de winstmarge, ligt de EBITDA-marge in de Belgische horeca even hoog als in Frankrijk en Nederland. Dit is het gevolg van een snellere afschrijvingspolitiek en hogere schuldenlast in België. “ Zo staat het er letterlijk. De inkt van mijn vorige blog was nog niet droog toen ik deze passage las. Afschrijvingen hebben immers geen effect op de grootte van EBITDA en evenmin op de cashflow. (Puur technisch gezien is EBITDA niet gelijk aan cashflow, maar informeel worden ze wel als verwant beschouwd.) In het rapport is verder te lezen dat de nettowinst in de horeca in België zeer laag is, maar dat EBITDA in vergelijking met onze buurlanden wel hoog is. Dit is enorm frappant! Afschrijvingen zijn in se een boekhoudkundige techniek om gedane investeringen als kost op te nemen in de resultatenrekening, gespreid in tijd. De bedoeling van investeringen is net dat ze moeten zorgen voor (extra) rendement en dus finaal het resultaat moeten opkrikken. In de berekening van een EBITDA worden deze afschrijvingen buiten beschouwing gelaten. Bedrijven die fors investeren hebben dus een relatief hoge EBITDA, en op zich is daar niets mis mee. Maar belangrijk is om te kunnen meten of die investeringen ook zorgen voor (extra) rendement. Hierbij rijst onmiddellijk de vraag welke maatstaf dient te worden genomen als meting van rendement. In een conservatieve optiek kan je de nettowinst hanteren, dus na de betaling van interesten, belastingen en andere niet-operationele kosten. Het is kort door de bocht om te stellen dat nettowinst in dezelfde periode als de gedane investeringen dient te stijgen, maar er moet wel een verband zijn anders zijn de gedane investeringen niet de juiste geweest. Hierbij wordt dan nog abstractie gemaakt van de specifieke manier van financiering van deze investeringen. In een sector die op tal van vlakken onder druk staat is dus net een gedegen financiële onderbouw toch wel cruciaal. We kijken uit naar het volgende rapport van de sector…😊 De Amerikaanse auteur en onderzoeker William Beaver (Stanford) onderzocht in 1991 of je via een financiële analyse op basis van de externe cijfers zinvolle conclusies kan trekken om meer inzicht te hebben in een onderneming en dus aanbevelingen kan doen, puur gebaseerd op een financiële analyse.
Zijn conclusies komen er in essentie op neer dat je heel omzichtig en voorzichtig dient om te gaan met de verkregen en verwerkte informatie. Mijn persoonlijke bedenkingen hierbij zijn dat als je vertrekt vanuit de typische en meest gebruikte financiële instrumenten er 3 situaties zijn om de vertaling te maken van het bedrijfsgebeuren naar cijfers, zeg maar de boekhouding of reporting:
Het (financiële) sleutelbegrip is cash, maar de manier waarop deze wordt berekend is verre van eenduidig en ronduit verwarrend. In alle handboeken wordt cash (flow) ruwweg gedefineerd als de winst na belastingen + afschrijvingen. Vraag accountants om een definitie en je krijgt dezelfde antwoorden, al zullen ze afschrijvingen wel uitbreiden met elementen zoals waardeverminderingen en provisies. De misvatting die hierbij ontstaat is dat afschrijvingen dus een element zijn van cashflow. Niets is minder waar. Afschrijvingen hebben geen effect op de cashflow, enkel via de belastingen. Beaver stel dan ook – terecht – dat de financiële analyse dient te worden aangevuld met andere informatie. In grotere bedrijven gebeurt dit ook effectief, maar in de doorsnee KMO veel minder en kijkt men te eenzijdig naar de cijfers op zich. De paradox is dat financiële mensen op zich geen uitspraken kunnen doen over het bedrijfsgebeuren, maar natuurlijk wel aandachtspunten en gevaren kunnen detecteren. Je kan uiteraard wel zien of een bedrijf gezond is of (dood)ziek, maar puur financieel kan je de pijn niet in kaart brengen en dus geen oplossingen uitwerken. Oplossingen uitwerken kan enkel in nauw overleg met de mensen die het bedrijf, de markt, de uitdagingen en de opportuniteiten kennen maar zich hierbij wel rekenschap moeten geven van de financiële werkelijkheid en de financiële beperkingen. Op het einde van de dag gaat het immers om…centen. Voor alle info omtrent dit programma: www.b-d.be
------------------------------------------------------------------------------------------ Doel en aanpak Doel van deze opleiding is om mensen die geen notie hebben van financiële cijfers en financieel jargon:
Deze opleiding legt de focus op de toepasbaarheid van de belangrijkste financiële cijfers en indicatoren en dit op een heel toegankelijk manier, zonder techniciteit en zonder vakjargon. Het uitgangspunt is dat er een hoger leereffect is wanneer men beter en sneller de link kan leggen met de persoonlijke situatie en/of die van de eigen onderneming. Elk bedrijf heeft andere aandachtspunten en objectieven en net daarom is het belangrijk om financiële inzichten te plaatsen binnen deze context en niet als een universeel toepasbaar gegeven. Doelgroep Iedereen die interesse heeft in meer inzicht in financiële begrippen en een beter zicht wil hebben op de toepasbaarheid van hiervan in zijn professionele omgeving, maar geen financiële opleiding of achtergrond heeft. Anders gezegd, professionals die op zoek zijn naar de link tussen praktijk en theorie. Voor mensen met een (theoretische) financiële achtergrond is deze opleiding een aanvulling op hun kennis omdat de focus ligt op de toepasbaarheid van een theoretische benadering naar concrete situaties. Inhoud 1.Wat is het algemeen doel van een onderneming/bedrijf?
2.Belangrijkste bepalende factoren voor de financiële analyse:
3.Wie zijn de belanghebbenden en wat zijn de respectievelijke aandachtspunten
4.Doel en opzet van financiële rapportage en analyse in het algemeen 5.Financiële rapportage: het concept en de basisbegrippen
6.Veelgebruikte begrippen
7.Belangrijke meetindicatoren:
8.De wisselwerking tussen de financiële indicatoren
9.Beperkingen van financiële rapportage en de analyse op basis van financiële cijfers
10.Nieuwe trends
Waar gaat het concreet over? Ik kreeg recent een aantal vragen om te investeren in projecten via crowdfunding.
Wat is crowdfunding? Crowdfunding is een alternatieve wijze om een project te financieren, heel populair bij starters. Het is een manier van financieren die het rechtstreeks gevolg is van de manier hoe we via internet de massa kunnen aanspreken om geld op te halen. Het geld voor een project komt dus rechtstreeks van de 'crowd'. Om een project te financieren gaan ondernemers in de meeste gevallen naar de bank om een kredietaanvraag te doen en zo geld te verkrijgen. Hier loopt de geldstroom anders: er is geen tussenpersoon of geen bank. Belangrijk om even mee te nemen is waarom er geen tussenpersoon is? Dit licht ik hieronder toe. Even wat achtergrond omtrent crowdfunding zoals wikipedia het zou formuleren... Crowdfunding verloopt zonder financiële intermediairs, maar zorgt voor direct contact tussen investeerders en ondernemers. Dit kan ofwel in de vorm van geld geven zonder geld in ruil (one-way), of met terugbetaling van de gefinancierde gelden (two-way).
Waarom is er geen tussenpersoon? Hier kunnen heel uiteenlopende redenen zijn, maar de meest voorkomende is schrikbarend: omdat de tussenpersonen (de banken) het zelf niet kunnen of niet willen. Dit kan op zijn beurt te maken hebben met de risico op zich, met het bedrag, of met een mix van beide. De reden waarom een bank het zelf niet wil doen kan heel legitiem zijn, maar als belegger heb je hier geen zicht op. Waarom zou je als investeerder een risico nemen dat een bank niet bereid is om te nemen? Misschien heb je als investeerder wel geloof in het project, maar dan blijft nog de vraag: wat als het misloopt? Hier biedt de constructie van de financiering te weinig houvast voor de belegger. En dat is heel jammer want zo zijn er misbruiken mogelijk en kan crowdfunding een slechte reputatie krijgen. Bankiers zijn dus helemaal geen bedriegers, en evenmin oplichters. De titel was als 'trigger' om beleggers die aan crowdfunding denken even kritisch te laten zijn. Anderzijds is het een oproep aan de aanbieders om ook even na te denken hoe misbruiken beter kunnen worden vermeden en hoe crowdfunding op termijn effectief als een extra bron van financiering kan worden gezien, zonder negatieve bijklank. Deze week verscheen in Trends een artikel onder de titel "Intensief beheer veroorzaakt intensieve problemen".
Er werd het geval geschetst van een ondernemer die door de bank in ernstige problemen was geraakt, maar meer nog was het een aanklacht over de aanpak van de banken in dergelijke situaties. Over de concrete en specifieke situatie die werd beschreven kan ik geen uitspraak doen omdat ik het dossier niet ken. Wat me wel verontrust is dat de indruk wordt gewekt alsof de banken de schuldigen zijn van een faling. Dat lees je soms wel meer in de media. Als ex-bankier maakt me dat ietwat ongemakkelijk, om niet te zeggen boos. Voor alle duidelijkheid: ik sta aan de kant van de kredietnemer, de ondernemer dus. Maar sta me toe even een aantal dingen op te merken: 1. Krediet dient enkel om meer geld te verdienen als ondernemer en zo de bank terug te betalen. Op het moment dat de bank meer onzeker wordt over het recupereren van haar geld zal ze haar houding veranderen van een zakenpartner naar een 'pitbull'. 2. Van de bank verlangen of eisen dat ze blijft meegaan in het verhaal van de ondernemer als de situatie niet gunstig is, is ronduit onredelijk en naïef. 3. De kunst van ondernemen is niet maximaal extern geld gaan ophalen bij een bank, maar wel om intern maximaal cash te generen. En dit met de hulp van de bank. 4. Krediet is geen verzekering, geen paraplu en geen "geschenk". 5. Krediet is niet het domein van boekhouders en accountants en daarom zijn dit niet de aangewezen adviseurs. Hoe kan je als ondernemer je financiering veilig stellen en er bovendien voor zorgen dat de bank ook op termijn aan je zijde blijft en je de nodige extra middelen blijft verschaffen.
In essentie heeft de bank enkel oog voor de terugbetaling van de door haar verstrekte kredieten. Hierbij maakt ze een dubbele afweging:
In de optiek van de banken zullen de waarborgen dus geen element zijn in de krediettoekenning om de eenvoudige reden dat hiermee op zich geen kredieten kunnen worden terugbetaald. Toch zullen waarborgen een belangrijke rol spelen omdat de bank ook de denkoefening maakt hoe ze kan worden terugbetaald indien de kredietnemer dat niet meer kan doen uit zijn normale activiteiten. In gewone mensentaal: in geval van faillissement zijn het enkel de waarborgen die nog belangrijk zijn. Een goede voorbereiding Neem het heft zelf in handen en leg uw lot niet in handen van uw bankier. Neem de nodige tijd voor een goede voorbereiding en stap pas dan naar uw bank. Er is maar één kans om een eerste indruk te maken. En die eerste indruk is enorm belangrijk. Verwacht ook niet dat uw contactpersoon zelf het dossier zal gaan samenstellen. Volledigheid en juistheid De bank wil een zo volledig mogelijk beeld van uw bedrijf. In de regel kunnen niet alle elementen positief zijn en dat is ook niet erg. Belangrijk is dat de negatieve elementen niet al te zwaar gaan doorwegen en dat er oplossingen kunnen worden voor uitgewerkt. Maar vertel dus wel alles. Informatie achterhouden kan heel zuur opbreken. Het is evident dat de aangeleverde informatie ook juist dient te zijn. Als er geen zekerheid is bij bepaalde informatie dient u duidelijk te vermelden dat dit onder voorbehoud is. Vertrouwen en respect In elke relatie zijn dit belangrijke normen en waarden, maar in een bancaire situatie hebben ze nog een extra dimensie. Het vertrouwen is de belangrijkste steunpilaar in een kredietrelatie. Vermijd elementen en gedrag die dit naar de bank toe zouden kunnen ondermijnen. Overtuiging en enthousiasme Het doorslaggevend element blijft nog steeds de gedrevenheid van de ondernemer. Het geloof in de eigen zaak en het enthousiasme hierbij verhogen de slaagkansen bij uw kredietaanvraag spectaculair. Toon hierbij zin voor realisme en geef blijk van een heel goede kennis van de markt en de diverse spelers. Anders gezegd: toon aan om vraag en aanbod kennen en de evoluties op dit vlak. Focus op de toekomst Ook al zal de bank een analyse maken van de cijfers uit het verleden, nog meer belangrijk zijn de cijfers van de toekomst: de prognose. Werk hier met een aantal scenario’s, zeker ook een (heel) ongunstig. Cruciaal hierin zijn de gehanteerde hypothesen. Laat dit niet over aan boekhouders en/of accountants, maar werk dit samen uit of betrek specialisten erbij. Als Belg een Nederlander kloppen op eigen terrein. Je moet het maar doen!
Begin 2015 werd De Kaastafel verkozen tot Winkel van het Jaar’ door de Rode Zegel Club, een netwerk van onafhankelijke kaasverkopers in de Belux. De Kaastafel (www.kaastafel.be) is een onafhankelijke verkoper van kazen die zich richt op horeca, events en ook rechtstreeks aan de consument via openbare markten. De prijs was de bekroning van hard werken, maar vooral van een performante aanpak en een uitgekiende strategie. Fin-co deed in de aanloop naar deze erkenning in 2014 achter de schermen de begeleiding, al gaat alle eer naar Conny Gybels en haar beide kinderen Angelique en Jeffrey. Fin-Co is er dus ook voor de “kleine zelfstandige”, op voorwaarde dat hij ondernemend is…:) In het geval van De Kaastafel was dat alleszins het geval. Een fijne samenwerking met concrete resultaten! (Bijkomende voordelen waren de lekkere kazen, alleszins een aanrader om te proeven!) Maar het was een dossier over juwelen.
Een gevestigde waarde in de sector, met een sterk aanbod maar met aandachtspunten: omzet en marge onder druk en extra nood aan middelen. Een moeilijke sector om (extra) bankfinanciering aan te trekken omdat banken van nature niet graag in deze sector stappen. Toch is het ons gelukt! Banken geven dus nog steeds graag krediet. Waarop was de positieve beslissing van de bank gebaseerd? 1. Vertrouwen in het management 2. Financieel plan/prognose met stevig onderbouwde cijfers 3. Professionele begeleiding voor, tijdens en na de krediettoekenning 4. Deels: waarborgen Op welk vlak kon Fin-Co het verschil maken? 1. Analyse met concrete aandachtspunten en een plan van aanpak 2. Het uitwerken van een prognose die stevig onderbouwd was 3. Helderheid en transparantie naar de bank toe |
Archief
Juli 2019
|